Veiligheidscertificaat

Toegang tot de spoorweginfrastructuur wordt verleend aan spoorwegondernemingen die in het bezit zijn van een geldig veiligheidscertificaat. Het geldt voor een bepaald exploitatiegebied, d.w.z. een netwerk of netwerken op het grondgebied van één of meerdere lidstaten, waar de spoorwegonderneming voornemens is om activiteiten uit te voeren.

Het veiligheidscertificaat bevestigt de aanvaarding:

  • van het veiligheidsbeheersysteem (VBS) van de spoorwegonderneming in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2016/798,

  • alsmede de maatregelen die zijn genomen om te voldoen aan de toepasselijke nationale wetgeving, rekening houdend met het exploitatiegebied.

Het veiligheidscertificaat bevat (naast de administratieve gegevens die specifiek zijn voor het veiligheidscertificaat en de betrokken spoorwegonderneming) informatie over het exploitatiegebied en de voorwaarden en beperkingen voor het gebruik van het certificaat in het kader van de uitoefening van de vervoersactiviteit.

Een uniek veiligheidscertificaat aanvragen

De aanvraag voor een uniek veiligheidscertificaat (UVC) moet bij de Veiligheidscertificeringinstantie (VCI)  via het éénloketsysteem van het Spoorwegbureau worden ingediend. De aanvraag voor een UVC moet vergezeld gaan van een dossier met documenten waaruit blijkt dat de spoorwegonderneming in staat is aan alle toepasselijke eisen te voldoen (invoering van een veiligheidsbeheersysteem (VBS) en waaruit blijkt dat de aanvrager in staat is te voldoen aan de nationale voorschriften die gelden in de landen waarop het aangevraagde exploitatiegebied betrekking heeft).

Deze VCI kan zijn:

  • Het Europees Spoorwegbureau (ERA = European Railway Agency), wanneer het exploitatiegebied verscheidene lidstaten omvat of beperkt is tot één land en de aanvrager het ERA kiest als de VCI; of

  • De nationale veiligheidsinstantie (NVI), wanneer het exploitatiegebied beperkt is tot één land en de aanvrager de NVI als VCI kiest.

De praktische modaliteiten voor het gebruik van het éénloketsysteem worden gedetailleerd beschreven in de leidraad van het Spoorwegbureau (User Guide for Applicants, One Stop Shop).

Welke informatie moet een aanvraagdossier voor een uniek veiligheidscertificaat bevatten?

Om een uniek veiligheidscertificaat (UVC) te krijgen, moet het dossier alle documenten bevatten die aantonen dat de spoorwegonderneming over een veiligheidsbeheersysteem (VBS) beschikt en in staat is te voldoen aan de nationale eisen van de betrokken lidstaten in het aangevraagde exploitatiegebied (wanneer het exploitatiegebied van een spoorwegonderneming België omvat, beoordeelt de DVIS of de spoorwegonderneming aan de Belgische nationale eisen voldoet).

Het Spoorwegbureau heeft een gids opgesteld voor spoorwegondernemingen die een uniek veiligheidscertificaat aanvragen.

Volledige en gedetailleerde informatie over de wijze waarop een uniek veiligheidscertificaat moet worden aangevraagd wanneer het exploitatiegebied België omvat, is beschikbaar in een door DVIS opgestelde gids.

Wanneer moet een uniek veiligheidscertificaat worden bijgewerkt of vernieuwd?

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het bijwerken van het UVC en het vernieuwen ervan:

  • Bijwerking van het UVC:

Volgens artikel 10, § 13 en 14, van Richtlijn (EU) 2016/798 moet het uniek veiligheidscertificaat worden bijgewerkt wanneer de spoorwegonderneming ingrijpende wijzigingen van het type of de omvang van de activiteiten aanbrengt, of in geval van een uitbreiding van het exploitatiegebied. De houder van een veiligheidscertificaat moet de veiligheidscertificeringsinstantie op de hoogte brengen wanneer hij voornemens is dergelijke veranderingen aan te brengen.

  • Vernieuwing van het UVC:

De vernieuwing van een uniek veiligheidscertificaat is noodzakelijk voor spoorwegondernemingen die reeds over een geldig uniek veiligheidscertificaat beschikken en hun spoorwegactiviteiten wensen voort te zetten na het verstrijken van hun huidige certificaat. Het is een goede gewoonte om dit ten minste zes maanden vóór het verstrijken van het bestaande veiligheidscertificaat te doen.

De eigenlijke aanvraag om een UVC bij te werken of te vernieuwen gebeurt op initiatief van de spoorwegonderneming. Wanneer de spoorwegonderneming een bijwerking of vernieuwing aanvraagt, moet zij over een geldig veiligheidscertificaat beschikken. Wanneer de spoorwegonderneming de vernieuwing van haar UVC aanvraagt, heeft zij ook de mogelijkheid een aanvraag in te dienen om haar exploitatiegebied uit te breiden.

Hoelang is een uniek veiligheidscertificaat geldig?

Een UVC kan voor een periode van maximaal 5 jaar worden afgegeven. Afhankelijk van de beoordeling van het dossier en de informatie die in het kader van eerdere toezichtsactiviteiten is verzameld, kunnen aan het verlenen van een UVC evenwel een beperkte geldigheidsduur en andere beperkingen of gebruiksvoorwaarden worden verbonden.

Hoeveel bedragen de kosten voor het aanvragen van een uniek veiligheidscertificaat?

Wanneer de DVIS optreedt als veiligheidscertificeringsinstantie is een retributie verschuldigd als vergoeding voor diensten die worden verleend voor de afgifte, bijwerking of vernieuwing van een UVC, overeenkomstig artikel 79 en volgende van de Spoorcodex. De retributie is vastgesteld op 125 euro per begonnen uur. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd en het geïndexeerde bedrag zal op de website van de DVIS worden gepubliceerd. Nadere bijzonderheden zijn te vinden in punt 3.2 "Rechten en vergoedingen" van de Handleiding voor de aanvrager van een UVC waarvan het exploitatiegebied België bevat.

Wanneer het ERA optreedt als veiligheidscertificeringsinstantie zijn de door het ERA geheven vergoedingen en kosten voor het verlenen van nieuwe, bijgewerkte of vernieuwde unieke veiligheidscertificaten in overeenstemming met Uitvoeringsverordening (EU) 2018/764 van de Commissie inzake de aan het Spoorwegbureau van de Europese Unie te betalen vergoedingen en kosten en de betalingsvoorwaarden.

De berekening van de vergoedingen en kosten is de som van de volgende elementen:

het aantal uren dat het Spoorwegbureau aan de behandeling van de aanvraag heeft besteed, vermenigvuldigd met het uurtarief van het Spoorwegbureau;

- en de relevante kosten (zie eerste alinea) voor de DVIS die voortvloeien uit de behandeling van het nationale deel van de aanvraag.

Vragen?

Voor vragen omtrent spoorwegondernemingen, contacteer ons via railwayundertakings@nsarail.fgov.be of gebruik ons contactformulier.