Veiligheidsvergunning

De omzetting van Richtlijn (EU) 2016/798 inzake veiligheid op het spoor in Belgisch recht door de Spoorcodex bepaalt dat elke infrastructuurbeheerder verplicht is om zijn veiligheidsbeheersysteem te ontwikkelen, waarin "de organisatie, modaliteiten en procedures die zijn vastgesteld om het veilige beheer van zijn eigen activiteiten te waarborgen" moeten worden toegelicht.

Daartoe moet elke infrastructuurbeheerder die binnen het spoorwegsysteem opereert, een veiligheidsvergunning hebben.

Door een veiligheidsvergunning af te geven, gaat DVIS er met een redelijke mate van zekerheid van uit dat de infrastructuurbeheerder, door zijn operationele organisatie en de middelen die hij inzet, in staat is zijn activiteiten veilig te beheren met het vereiste veiligheidsniveau.

De veiligheidsvergunning omvat:

  • de vergunning ter bevestiging van de aanvaarding van het veiligheidsbeheersysteem van de spoorweginfrastructuurbeheerder als beschreven in artikel 18 en bijlage II van de Spoorcodex;
  • de vergunning ter bevestiging van de aanvaarding van de maatregelen die de infrastructuurbeheerder nam om te voldoen aan de specifieke vereisten teneinde een veilige exploitatie van de spoorweginfrastructuur te garanderen op het vlak van een veilig ontwerp, een veilig onderhoud en een veilige exploitatie, met inbegrip van, waar nodig, het onderhoud en de exploitatie van het verkeersregelings- en seingevingssysteem.

De veiligheidsvergunning is vijf jaar geldig en kan op verzoek van de spoorweginfrastructuurbeheerder worden vernieuwd.

Wie kan een veiligheidsvergunning aanvragen?

Een absolute voorwaarde om de spoorweginfrastructuur te kunnen beheren en exploiteren is over een veiligheidsvergunning beschikken.

Elke instantie die de activiteiten van een infrastructuurbeheerder wil verrichten, MOET derhalve bij de nationale veiligheidsinstantie een veiligheidsvergunning aanvragen. Ter herinnering: de wet definieert een spoorweginfrastructuurbeheerder als volgt:

« […] een instantie of onderneming die verantwoordelijk is voor de exploitatie, het onderhoud en de vernieuwing van spoorweginfrastructuur op een net, en voor de deelname aan de ontwikkeling ervan overeenkomstig de door de Spoorcodex voorgeschreven regels, en, in voorkomend geval, door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven in het kader van het algemeen beleid inzake ontwikkeling en financiering van de spoorweginfrastructuur […] »

Het is van belang erop te wijzen dat elke infrastructuurbeheerder, alvorens een aanvraag voor een veiligheidsvergunning in te dienen, bij de nationale veiligheidsinstantie een verzoek om overleg kan indienen, teneinde verduidelijking te krijgen over de informatie en de vereisten in de handleiding voor aanvragers en in dit besluit, betreffende de stappen in de procedure voor de afgifte van een veiligheidsvergunning.

Onder welke omstandigheden moet een veiligheidsvergunning worden bijgewerkt?

De veiligheidsvergunning wordt geheel of gedeeltelijk bijgewerkt wanneer de infrastructuur, het seinsysteem of de energievoorziening of de beginselen van de exploitatie en het onderhoud ervan ingrijpend veranderen.

De infrastructuurbeheerder stelt de veiligheidsinstantie onverwijld in kennis van alle wijzigingen van dien aard.

Hoe moet een veiligheidsvergunning worden aangevraagd?

De aanvraag moet bij de DVIS worden ingediend. Alle praktische informatie over de veiligheidsvergunning is opgenomen in de handleiding voor de aanvrager van een veiligheidsvergunning.

Welke wettelijke referenties zijn van toepassing?

Alle bepalingen betreffende de afgifte, de vernieuwing en de herziening van een veiligheidsvergunning zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 11 maart 2021 betreffende de veiligheidsvergunning, het uniek veiligheidscertificaat en het jaarlijks veiligheidsverslag.

Vragen?

Voor vragen omtrent infrastructuur, contacteer ons via infra@nsarail.fgov.be of gebruik ons contactformulier.