Vaste installaties

De vaste installaties omvatten de infrastructuurelementen van het spoorwegnet die het treinverkeer (INF), de energievoorziening (ENE) en de veiligheid van het verkeer (CCS - structureel subsysteem ‘besturing en seingeving’) mogelijk maken.

Van het spoorwegsysteem deel uitmakende subsystemen van structurele aard die zich in België bevinden of daar worden geëxploiteerd, mogen slechts na toestemming van de bevoegde instantie in dienst worden gesteld/op de markt worden gebracht.

De subsystemen van structurele aard zijn:

  • Infrastructuur (INF);

  • Energie (ENE);

  • Besturing en seingeving op de baan (CCS baan);

  • Besturing en seingeving aan boord (CCS boord);

  • Rollend materieel (LOC & PAS - WAG).

De vaste installaties omvatten de subsystemen INF, ENE en CCS baan.

Wie kan een aanvraag om toelating tot indienststelling van vaste installaties indienen?

De aanvrager van een toelating tot indienststelling kan - naar keuze - de aanbestedende entiteit, de fabrikant of de houder van een subsysteem van structurele aard zijn.

Een 'aanbestedende entiteit' is elke publieke of private entiteit die het ontwerp en/of de constructie, de vernieuwing of de verbetering van een subsysteem beveelt. Deze entiteit kan een spoorwegonderneming zijn, een infrastructuurbeheerder, een houder of de concessiehouder die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project.

Hoe een aanvraag om toelating tot indienststelling indienen?

De aanvraag moet bij DVIS worden ingediend. Alle praktische informatie voor de aanvraag bij de veiligheidsinstantie is opgenomen in de handleiding voor toelatingen en conceptdossiers van de vaste installaties. Deze handleiding is hier beschikbaar.

Welke wettelijke referenties zijn van toepassing?

De belangrijkste referentie in dit verband is Richtlijn (EU) 2016/797 betreffende de interoperabiliteit van het Europese spoorwegsysteem binnen de EU, die in Belgisch recht is omgezet door middel van de Spoorcodex. In deze richtlijn worden de voorwaarden vastgelegd waaraan moet worden voldaan om overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/798 de interoperabiliteit binnen het spoorwegsysteem van de Unie tot stand te brengen, teneinde een optimaal niveau van technische harmonisatie vast te leggen, de spoorvervoersdiensten binnen de Europese Unie en met derde landen te vergemakkelijken, te verbeteren en te ontwikkelen, en bij te dragen tot de voltooiing van één Europese spoorwegruimte en de geleidelijke totstandbrenging van de interne markt. Deze voorwaarden betreffen het ontwerp, de constructie, de indienststelling, de herinrichting, de vernieuwing, de exploitatie en het onderhoud van de elementen van dit systeem, alsook de beroepskwalificaties en de voorwaarden inzake de gezondheid en de veiligheid van het personeel dat bijdraagt tot de exploitatie en het onderhoud ervan.

Vragen?

Voor vragen omtrent infrastructuur, contacteer ons via infra@nsarail.fgov.be of gebruik ons contactformulier.